Voor de berekening van de vorderingen van de polishouders van Conservatrix moet de hypothetische situatie waarin Conservatrix niet failliet zou zijn gegaan en de polishouders (in de toekomst) conform de polis een uitkering van Conservatrix zouden hebben ontvangen, worden vergeleken met de huidige situatie met de toegepaste korting. Het Besluit Waardering Verzekeringsvorderingen in Faillissement schrijft voor hoe curatoren uw verzekeringsvordering moeten berekenen. Dit is een complexe berekening, waarbij gebruik gemaakt wordt van jaarlijkse sterftekansen en verschillende rentestanden.
Sommige polishouders hebben naast deze verzekeringsvordering ook recht op een schadevergoeding. Dit geldt voor polishouders waarbij de rendementsbijschrijving bij het wijzigen van de polisvoorwaarden is aangepast. Voor deze polishouders geldt dat zij voor premie die zij in de toekomst aan Waard betalen, niet langer aanspraak kunt maken op een winstdeling of een gegarandeerd rendement. De schade die zij hierdoor lijden, kunnen zij als vordering indienen in het faillissement van Conservatrix. Op grond van de wet is de schadevergoedingsvordering lager in rang dan de verzekeringsvordering. Dit betekent dat pas een (gedeeltelijke) uitkering kan plaatsvinden op deze schadevergoedingsvordering nadat alle verzekeringsvorderingen en vorderingen van andere schuldeisers met een hogere rang volledig zijn voldaan. De kans op een (gedeeltelijke) uitkering op uw schadevergoeding is hierdoor gering.
Hierna treft u een nadere toelichting aan hoe de complexe berekening voor verschillende soorten vorderingen is opgebouwd. De volgende situaties worden nader toegelicht:
In onderstaande uitleg is voor de berekening van de hoogte van de vordering van een overgedragen polis een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de kapitaal- en uitvaartverzekeringen en anderzijds de beleggingsverzekeringen. Op uw polis is opgenomen welk type verzekering u hebt. Kortgezegd kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
Kapitaal- en uitvaartverzekeringen bestaan uit alle traditionele verzekeringen, gemengde verzekeringen, uitvaartverzekeringen, NGP (natuurlijk garantieplan) en NLR (Nederlands rentefonds), die op 1 januari 2023 nog niet tot uitkering zijn gekomen.
Hoewel overlijdensrisicoverzekeringen ook kapitaalverzekeringen zijn, worden deze in de afwikkeling van een faillissement anders behandeld, omdat geen sprake is van een verzekering die met zekerheid tot uitkering komt. Indien geen sprake is van overlijden wordt niet uitgekeerd.
Beleggingsverzekeringen zijn bekend als het Investeringsspaarplan, waarbij de netto inleg in aandelen of beleggingsfondsen is belegd. Daarbij geldt voor enkele beleggingsfondsen dat sprake is van een garantie op de einddatum. Inleg in het Conservatrix Obligatiefonds en Nederlands Rentefonds valt hier niet onder, omdat het hier geen echte beleggingsfondsen betreft. De inleg kreeg hier een rendement dat op het moment van inleg werd vastgesteld.
Als een kapitaalverzekering of beleggingsverzekering voor 1 januari 2023 tot uitkering is gekomen omdat sprake is van een overlijden, afkoop of het bereiken van de einddatum voor 1 januari 2023, is sprake van een andere behandeling. De berekening van de vordering van deze categorie is toegelicht onder het kopje ‘Een tot uitkering gekomen verzekering’.
De DIL (direct ingaande lijfrente) en DIP (direct ingaande pensioenen) zijn verzekeringen waarbij op faillissementsdatum reeds een permante uitkering plaatsvond. De berekening van de vordering van deze categorie is eveneens toegelicht onder het kopje ‘Een tot uitkering gekomen verzekering’.