Situatie 2: een overgedragen beleggingsverzekering

Stap 1

Het startpunt voor de berekening van uw vordering, is het opgebouwde saldo. Heeft u een vast verzekerd bedrag dat volgens de polis wordt uitgekeerd als u overlijdt voor de einddatum van de verzekering, dan maken we daar ook gebruik van. Heeft u een gegarandeerd verzekerd bedrag dat u krijgt bij in leven zijn op de einddatum, dan wordt ook dat meegenomen in de berekening. 

Stap 2

Wanneer u eind 2020 nog een premiebetalende polis had, is eerst uitgerekend welk deel van het verzekerd bedrag bij overlijden en/of het gegarandeerde verzekerd bedrag op de einddatum hoort bij de betaalde premie. Vervolgens is berekend welk deel van deze bedragen hoort bij de nog te betalen premie.

Stap 3

De verificatiewaarde is vervolgens gebaseerd op het deel van de verzekerde bedragen dat hoort bij de betaalde premie en het opgebouwde saldo. Dit is het bedrag waarmee verder wordt gerekend voor de bepaling van uw uiteindelijke vordering.

Stap 4

Voor de verdere berekening van uw vordering wordt vervolgens steeds gekeken naar iedere maand in de toekomst. Wat is de kans dat u in die maand komt te overlijden en dus een uitkering krijgt? Die kans is als u jong bent heel klein, maar neemt toe naarmate u ouder wordt. De kansen op overlijden komen uit een zogenaamde sterftetafel. Dit is een tabel die is vastgesteld door de sterftecommissie van het Koninklijk Actuarieel Genootschap. Die sterftetafel is gebaseerd op de sterftecijfers die door het CBS zijn aangeleverd, waarbij ook is gekeken hoe die sterftecijfers zich door de tijd heen ontwikkelen. Het gebruik van de sterftetafel is bepaald in het Besluit Waardering Verzekeringsvorderingen in Faillissement. Voor iedere maand in de toekomst wordt het bedrag berekend dat bij overlijden zou zijn uitgekeerd. Dat kan het opgebouwde saldo zijn plus eventueel verwacht rendement en na aftrek van risicopremies en kosten, maar het kan ook het vast verzekerde bedrag zijn. In uw polisvoorwaarden is bepaald wat voor u van toepassing is.

Stap 5

Naast een berekening van de kans op overlijden en het bedrag dat daarbij moet worden uitgekeerd, wordt tevens berekend wat de kans is dat u op de einddatum van de looptijd van uw verzekering nog in leven bent en welk bedrag op dat moment moet worden uitgekeerd. Dat is het gegarandeerde bedrag op de einddatum of het opgebouwde saldo plus eventueel verwacht rendement na aftrek van risicopremies en kosten. In de berekening van uw vordering wordt de hoogste van deze twee bedragen meegenomen. 

Stap 6

Op basis van voorgaande berekening is voor iedere maand een uitkeringsbedrag bij overlijden en een kans dat in die maand betaald moet worden inzichtelijk. Dit vermenigvuldigen we met elkaar. Op die manier ontstaat een reeks van verwachte toekomstige uitkeringen. Daarnaast is het uitkeringsbedrag op de einddatum bij in leven zijn bekend en de kans dat dit betaald moet worden. 

Stap 7

Aan de hand van de betaalde premies van alle verzekerden bij Conservatrix, heeft Conservatrix in het verleden bezittingen (bijvoorbeeld beleggingen) verkregen. Op deze bezittingen maakt Conservatrix maandelijks rendement (rente). Dit rendement wordt meegenomen in de berekening van uw vordering. Voor iedere maand is berekend hoeveel geld Conservatrix op de berekeningsdatum moet hebben om op dat moment het stukje van het uitkeringsbedrag bij overlijden te kunnen betalen. Op dezelfde manier is het uitkeringsbedrag bij in leven zijn op de einddatum berekend.

De rente die in de berekening moet worden gebruikt is voorgeschreven. Dit betreft een risicovrije rente, zoals die geldt op de berekeningsdatum. Net zoals voor de sterftetafel is in het Besluit Waardering Verzekeringsvorderingen in Faillissement voorgeschreven welke rente gebruikt moet worden.

Stap 8

De som van alle hiervoor berekende bedragen bepaalt het bedrag dat beschikbaar moet zijn om de verwachte uitkering op uw verzekering te kunnen betalen. Dit bedrag is de verificatiewaarde. 

Omdat 90% van de verzekering is overgedragen aan Waard, is uw vordering 10% van deze som van de verificatiewaarde.

Voor de verificatievergadering en de berekening van uw vordering is niet alleen gekeken naar de verzekerde waarde zoals dat op het moment van faillissement bekend was. Ook is beoordeeld of u, op basis van de afgesproken voorwaarden, nog recht zou hebben gehad op winstdeling na de faillissementsdatum en garantie over het deel van de verzekerde bedragen die met toekomstige premies betaald worden. Die winstdeling wordt door de wijziging van polisvoorwaarden – in het kader van de overdracht van uw verzekering naar Waard - niet meer bijgeschreven en die garantie wordt op toekomstige premies niet meer of in mindere mate verleend.

De situatie waarin u recht zou hebben gehad op een uitkering met winstdeling en garantie hebben wij vergeleken met de huidige situatie waarin u geen aanspraak meer kunt maken op deze winstdeling en garantie. Het verschil is de schadevergoedingsvordering.

Voor de berekening van de hoogte van de winstdeling geldt dezelfde rekenmethode als hiervoor voor de verzekeringsvordering uiteengezet (stap 4 tot en met 8). Het kan zijn dat de schadevergoedingsvordering nul is. Dan had u meer saldo opgebouwd dan de gegarandeerde uitkering, en had u ook geen winstdeling gehad.